Op de middelbare school leerde ik presteren. Goede cijfers halen. Hard werken voor mijn toetsen, met alles wat ik in me had. En ik leerde om niet al te veel op te vallen. Het mogen innemen van ruimte en dat werken ook ontspanning in zich kan hebben is iets wat ik- kortom- later heb geleerd. Belangrijke waarden leer je niet ‘zomaar’. Wat wil jij de leerlingen leren?
Ik kan bijvoorbeeld verschrikkelijk goed uitleggen wat een voltooid deelwoord is. Dat heb ik jarenlang gedaan. En tegelijkertijd weet ik dat de leerlingen leren van gedrag. Van hoe ik voor de klas sta. Van hoe ik ze aanspreek. Ze leren van hoe ik boos word en hoe ik daar op terug kan komen. Ze leren van als ik een fout maak en dat kan toegeven. Ze leren van hoe ik ze vraag om mee te denken. Zo weten ze dat je zelf om hulp kan vragen. Om maar wat belangrijks te noemen.
Vormende docenten
Als je kijkt naar de vormende docenten in jouw leven, dan heb je er vast een aantal. Misschien had je er een paar die je vertelden dat je het nooit zou halen. Dat je het maar beter op een lager niveau moest doen. Dat je ‘vervelend bent’. En misschien had je er een paar, waar je nu nóg een glimlach van op je gezicht krijgt. Die docent die je vertelde dat je er wel zou komen. Die docent die lachte om je grappen en die je na de les nog vroeg hoe het ging. Die docent die je verder heeft geholpen, je heeft ondersteund en heeft laten zien hoe het ook kon.
Lesgeven vanuit essentie
Steeds meer denk ik dat het daarom gaat. Het belangrijkste deel van het lesgeven is dit: Je mag als docent mag laten zien wat jouw waarden zijn, hoe jij de dingen aanpakt. Je neemt jezelf mee, je essentie en je zijn. Zo kan je ze meenemen in hoe het lichter mag, hoe het ook kan. Zo kan je ze zien, verder helpen, ondersteunen, in de les, in het leven.
En ja. Je mag ze ook leren wat een voltooid deelwoord is en hoe je dat schrijft. Maar of dat het belangrijkste is van je werk als docent?
~ Josine Pennings 2020